Gedrags code Leiding

Gedragscode Scouting Keizer Karel Groep

Scouting Nederland heeft, in samenwerking met andere vrijwilligersorganisaties, een

voorbeeldgedragscode opgesteld.

Scouting Nederland en de Keizer Karel Groep vinden een veilige omgeving voor haar (jeugd)leden belangrijk. Daarom dient de (bege)leiding de gedragscode te onderschrijven en er naar te handelen. Ook alle leden boven de 18 jaar zijn in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag(VOG).

De gedragscode luidt als volgt:

  1. De (bege)leid(st)er zorgt voor een omgeving en een sfeer waarbinnen het jeugdlid zich veilig en gerespecteerd voelt.
  2. De (bege)leid(st)er gaat zo om met een jeugdlid dat de zijn/haar waardigheid niet wordt aangetast.
  3. De (bege)leid(st)er dringt niet verder door in het privé-leven van het jeugdlid dan functioneel noodzakelijk is. De (bege)leid(st)er ontvangt bij hem thuis niet één jeugdlid, meerdere jeugdleden is toegestaan, mits functioneel noodzakelijk.
  4. De (bege)leid(st)er onthoudt zich van elke vorm van seksuele benadering en misbruik ten opzichte van het jeugdlid. Alle seksuele handelingen, contacten en relaties tussen (bege)leid(st)er en het jeugdlid tot 16 jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik. In de leeftijd van 16-18 jaar is dit enkel geoorloofd indien er sprake is van wederzijdse instemming en het geen directe leidinggevende betreft.
  5. De (bege)leid(st)er raakt het jeugdlid niet op zodanige wijze aan, dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren zal worden.
  6. De (bege)leid(st)er gaat tijdens kampen, uitjes en activiteiten zeer terughoudend en met respect om met jeugdleden en de ruimtes waarin zij zich bevinden, zoals slaapzalen, tenten, omkleedruimten, douches, etc.
  7. De (bege)leid(st)er beschermt het jeugdlid naar vermogen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en seksueel misbruik en ziet er actief op toe dat de gedragscode door iedereen die bij het jeugdlid is betrokken, wordt nageleefd.
  8. Indien de (bege)leid(st)er gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode en bij vermoedens van seksueel misbruik, is hij verplicht hiervan melding te maken bij de daarvoor door het bestuur aangewezen personen.
  9. De (bege)leid(st)er krijgt of geeft geen (im)materiële vergoedingen die niet in de rede zijn.
  10. In die gevallen waar de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de  toelaatbaarheid van bepaald gedrag zal de (bege)leid(st)er in de geest van de gedragscode handelen en zo nodig daarover in contact te treden met een door het bestuur aangewezen persoon.